home  

© / contact, lid NVJ

A B C D E F G H I J K L M N O P Q R S T U V W X Y Z  
 


fundering

 

fundering

De fundering is de draagconstructie waarop een gebouw geplaatst wordt, meestal onder het maaiveld gelegen. Elk gebouw begint met een goede, passende fundering:
- sterk (moet het gebouw kunnen dragen)
- stevig, stabiel, stijf, standvastig (mag niet zakken, stijgen, buigen, barsten, breken e.d.)
- bestand tegen omgevingsinvloeden (grondwater, zout water, droogte, vorst, hitte, schimmels, insecten, eventueel chemicaliën e.d.). 
Gewapend beton voldoet in de meeste gevallen aan al deze eisen.



Rechtstreekse fundering (fundering op staal: strokenfundering (sleuffundering), poerenfundering, plaatfundering)

Fundering op staal is de meest gebruikte methode (in het gele gebied van de tekening rechts), namelijk wanneer de draagkrachtige laag (de zogenoemde vaste grondslag) niet te diep onder het maaiveld ligt, bijvoorbeeld 80 of 100 cm. De slechte bovengrond wordt verwijderd en eventueel vervangen door een zogenoemde zandkoffer. Ook kan grond verbeterd worden door verdichten daarvan of door bijvoorbeeld groutinjectie
Bij strokenfundering en sleuffundering wordt met gewapend beton een verbrede zone (strook) gerealiseerd onder alle dragende muren. Een brede muur vergt uiteraard een bredere ondersteuning dan dun binnenmuurtje. 
Bij plaatfundering wordt er op de draagkrachtige grond één dikke plaat gelegd. 
Zie bij
fundering op staal: strokenfundering, poerenfundering, plaatfundering.

ondiepe funderingen, funderingen op staal; fundering op slieten (korte paaltjes in klei of veen niet reikend tot de vaste grond), fundering op staal gemetseld en op betonstroken; scheiding wit en beige in de afbeelding is ongeveer ideale grondwaterstand (kennis centrum aanpak funderingsproblematiek kcaf en fundermaps):


funderingen op staal:
stroken poeren plaat



Fundering op palen
(paalfundering)

Wordt toegepast als draagkrachtige grond te diep zit (bijvoorbeeld bij moeras-, klei- of veengrond, aangevulde grond). Meestal worden er betonnen palen in de grond geschroefd, geheid of geboord; een betonnen paalfundering is een zeer degelijke, maar relatief dure fundering. Fundering op houten palen met betonnen oplanger vindt ook plaats. Paalfundering zonder oplanger komt nog voor bij oudere gebouwen. De tekening toont in rood waar in Nederland op palen gefundeerd moet worden; in oppervlak is het niet zo'n groot deel van Nederland, maar het is wel de dichtstbevolkte streek.
Zie bij paalfundering voor allerlei soorten paalfunderingen.

paalfundering:

beton paalfundering, paal in vaste grond; houten paal met betonoplanger, betonpaal, stalenbuispaal; uitsluitend voor de houten paal geldt: scheiding wit en beige in de afbeelding is ongeveer ideale grondwaterstand (kennis centrum aanpak funderingsproblematiek kcaf en fundermaps):


houten paal fundering, paal in vaste grond; rotterdamse methode, amsterdamse methode en houten paal met betonkop; scheiding wit en beige in de afbeelding is ongeveer ideale grondwaterstand (kennis centrum aanpak funderingsproblematiek kcaf en fundermaps):



Poerenfundering (poeren in combinatie met balken; pijlerfundering)
 

Fundering op vrij omvangrijke gewapende betonnen blokken. Deze methode kan gebruikt worden als er vooral puntlasten zijn. Onder de muren komen in dit geval balken van gewapend beton die de belasting van de muren doorgeven naar de poeren.
Zie bij poerenfundering
.

poerenfundering is gereed en wapening voor rest is al aangebracht;
klik voor groter (martijn schermer):



Puttenfundering  

Vanaf de draagkrachtige grond worden met betonnen ringen funderingsputten gemaakt die gevuld worden met beton en van wapening worden voorzien. De draagkrachtige laag mag natuurlijk niet te diep liggen (3-8 m onder maaiveld). Op de putten worden gewapende betonnen balken geplaatst om de belasting van de muren naar de putten door te geven. Er is relatief weinig graafwerk nodig voor de fundering op putten. Omdat de putten gegraven kuilen zijn en op de draagkrachtige grond staan, er geen groot gebied ontgraven wordt (geen bouwput nodig), vindt er geen verdichting van de grond plaats en is deze methode dus gunstig voor belendende funderingen. Met bronbemaling moet de waterstand tot onder het aanzetpunt van de puttenfundering gebracht worden.
Handig  is tijdens het ronde uitgraven een voerbuis te gebruiken, die eventueel in de grond kan blijven staan. 
Met de voerbuis-methode waarbij de buizen in de grond achterblijven, worden in België ook diepe putten gemaakt, tot 22 m (de diameter is dan vaak groter, bijvoorbeeld 90 cm); deze putten worden diepfunderingsputten of valse putten genoemd; informatie bij Lameire.

puttenfundering met putringen; A is vaste grondslag (zand), 1 is putringen, 2 is kruipruimte (afbeelding wikipedia):



Algemene funderingsplaat (zwevende vloerplaat)  

Wordt ook toegepast als de draagkrachtige grond te diep zit. De woning wordt gebouwd op een stijve plaat die zich als een vlot gedraagt; als er zettingen optreden dan zal de woning in zijn geheel bewegen. Aanleggen van een funderingsplaat is een eenvoudige methode, interessant voor doe-het-zelvers als het om een schuur o.d. gaat. De vloerplaat wordt niet ondersteund door fundamenten, maar wordt rechtstreeks op de grond gestort en bestaat uit gewapend beton. Onder de muren zijn balken of verzwaringen of extra wapening nodig. Bij kelders is volledige onderkeldering noodzakelijk. Als er geen kelder is, moet de funderingsplaat minimaal 80 cm onder het maaiveld (vorstvrije aanleg) liggen. Onder de funderingsplaat kunnen, in bepaalde gevallen, isolatieplaten worden gelegd, bijvoorbeeld van foamglas. 
Afbeelding bij Rechstreekse fundering / Fundering op staal hierboven.
Zie bij plaatfundering.



Compenserende fundering  

Compenserende fundering wordt soms toegepast bij een fundering op staal: een deel van de grond wordt verwijderd en vervangen door een lichtgewicht materiaal (polystyreen, argex-korrels, perliet-korrels o.d.) waarna een gebouw(tje) kan worden geplaatst met het gewicht van de verwijderde grond min het gewicht van het lichtgewicht materiaal.

compenserende fundering:
combinatie van compenserende fundering en
thermovloer; bij een weinig draagkrachtige grond kan worden geopteerd voor de funderingstechniek met compensatiemethode; de natuurlijke grondmassa (P) wordt geheel of gedeeltelijk vervangen door een gelijke belasting die bestaat uit de som van de massa van de constructie (P1) + de massa van de lichte argexaanvulling (P2):



Op grondschroeven (schroeffundering)  

Uitsluitend voor wat lagere belastingen kunnen soms lange grondschroeven worden toegepast,
bijvoorbeeld bij de kolommen van een terrasoverkapping of voor een schuur, uitbouw of lage woning in hout. In zwakkere bodemsoorten (veen e.d.) is eigenlijk wel een voorwaarde dat de schroef een eindje in een dragende laag (vaste grondslag, zand) komt om meer belasting op te kunnen vangen. Zie verder Krinner schroeffundering bij schroepaal.

grondschroef van ca. 100 cm lengte (foto joostdevree):



Vroeger: op slieten of compactiepaaltjes 

Een sliet is een stammetje of paaltje met een diameter van 10-12 cm en dat vrij lang is. Een niet meer toegepaste funderingsmethode: een groot aantal korte, soms enigszins schuin staande, van de schors ontdane stammetjes met daarop horizontaal grotere stammen of dikke planken en afgedekt met een rij dunne stammetjes. De verticaal in de grond geslagen stammetjes worden compactiepalen (compactiepaaltjes) genoemd. In kleigrond berust de draagkracht voornamelijk op kleef; de paaltjes zuigen zich als het ware vast in de grond. (Zie fundering, geschiedenis.)

een oude afbeelding, maar wel duidelijk welke funderingsmethoden we kennen (
klik op de afbeelding voor groter!):



Mogelijke problemen bij funderingen (herkennen en oorzaken)

Herkennen van mogelijke funderingsproblemen:

  • het huis is verzakt of staat scheef:
    vaak bij fundering met houten palen en een
    grondwaterstand die lager is dan de houten paalkoppen en vaak bij te korte palen; test bij bezichtiging of de vloer scheef loopt door er een knikker op te leggen; controleer als de vloer wel horizontaal ligt of de drempels bij de deuren horizontaal liggen (bij rechttrekken van de scheefstand van de vloer van de zitkamer is vaak de vloer van de gang o.d. nog oud) 

  • er zijn brede scheuren in gevel, binnenmuur of vloer (scheuren van meer dan een paar milimeter) 

  • ramen of deuren klemmen (scheefstand kan dit klemmen veroorzaken)

  • schade aan leidingen of vervormingen van leidingen (wanneer leidingen niet meebuigen met de verzakking)

  • het huis ligt lager dan het trottoir of lager dan de andere huizen in de directe omgeving (huis kan gezakt zijn, maar wellicht niet zichtbaar scheef)

Oorzaken van funderingsproblemen (met dank aan o.m. Walinco):

  • bouwjaar tot ca. 1970: houten palen en grondwaterstand lager dan de houten paalkoppen (paalkop rot, huis zakt; bewust verlaagd grondwaterpeil door waterschap, zie eventueel bij peilbeheer)

  • bouwjaar tot ca. 1970: te korte palen (gebieden waar de vaste grondslag zeer diep zit, vaak oudere huizen van vóór 1950)

  • te zwaar belaste fundering (extra verdieping erop terwijl de fundering dat niet aankon)

  • ongelijke belasting fundering (door een uitbouw op palen terwijl fundering huis op staal is; door een uitbouw die vastzit aan het huis terwijl de fundering dat niet aankon; door verzakken van buur-pand of -panden, zie scharnierpand)

  • schade door activiteiten in de omgeving (bouwactiviteiten met teveel trillingen of het slaan van palen, door verkeer of  verkeersdrempels o.d.; palen te dicht bij de bestaande fundering)

  • verzakking of instorting door een ontgraving naast een fundering

  • door een ontwerpfout moet de indeling aangepast worden, waardoor tijdens de bouw extra palen bijgemaakt moeten worden

  • in de grond gevormde palen blijken gebreken te hebben, waardoor palen vervangen moeten worden, veelal voordat de fundering gereed is

  • langdurige droogte bij fundering op staal (dus zonder palen) kan grond laten inklinken (krimpen) waardoor zakking of scheefstand (bij fundering op staal op zand is die kans zeer klein, maar als het zand met klei of veen gemengd is de kans op inklinken dus zakken wat groter; oplossing voor die klei- of veenmengsels is bij langdurige droogte de grond rond het huis wat vaker te sproeien)

  • langdurige droogte door langdurige bronbemaling (zie Bodemdalingskaart, let op: zoom goed in en bij de getoonde "Verzakking in mm/y" van bijvoorbeeld -5 mm/jaar wordt bedoeld dat de verzakking +5 mm per jaar is)

  • geen of onvoldoende grondonderzoek

  • verkeerd ontworpen funderingen (palen niet diep genoeg, hybride fundering, fundering op staal terwijl op palen moest) 

  • daar een paal op de tekening wordt aangegeven door een simpel klein cirkeltje of vierkantje, is het gemakkelijk een paal te vergeten op de tekening en dus ook bij de uitvoering, waardoor het gebouw nog tijdens de bouw gaat zakken

  • bovenkant fundering (aanleghoogte) is te laag

  • niet goed uitgevoerde grondverbetering

  • gebruik van inferieure technieken

  • gebruik van een funderingstechniek die voor de situatie niet geschikt is

  • verkeerd uitgevoerde funderingswerken

  • onvoldoende rekening gehouden met variaties in de grondslag.

Kritische noot
De funderingskaarten waarop zou moeten staan wat de hoogstwaarschijnlijke situatie van de fundering is, zijn helaas nog zó onnozel onvolledig en algemeen dat die kaarten weinig informatie geven en uitsluitend onnodige vrees oproept dat die fundering misschien wel niet goed is. Eigenlijk is het schandalig dat door het chronisch gebrek aan gegevens zoiets getoond wordt en eventuele kopers van huizen op het verkeerde been gezet worden. Die kaarten lijken uitsluitend gemaakt te zijn door bange mensen die later kunnen zeggen "zie je wel, we hebben je toch gewaarschuwd" als er een keer iets mis zou gaan. Overigens, vaak worden funderingsproblemen veroorzaakt door de acties van waterschap of gemeente en met die kaarten kun je mogelijke klagers altijd om de oren slaan en je terugtrekken in het pluche.
Er wordt bijvoorbeeld bij de Rotterdamse funderingskaart bij met rood aangegeven woningen vermeld "Funderingstype Indicatief - Niet onderheid" terwijl de woningen die ons bekend zijn op lange palen staan (ook voldoende lang) en de paalkoppen zich altijd onder de laagst bekende grondwaterstand hebben bevonden, soms zelfs met water in de kruipruimte (situatie juni 2024).


vaste grondslag (diepere zandlaag) op ca. 17 m onder maaiveld; na 10 m wel zandlaag van 5 m dik, maar daarna weer 2 m klei; beukelsdijk, rotterdam;
klik voor de feitelijke afbeelding (geotop, ondergrondmodellen dinoloket):


geologische doorsnede over het ij met het stationseiland in amsterdam;  voor de zware onderdoorgang van de noordzuidlijn is er gefundeerd tot onder de keileem, dieper dan  nap -60 m; 
klik voor groter
("de bodem onder amsterdam", tno)



Documentatie

- "Hoe diep ligt de vaste zandgrond?" en andere gegevens via Dinoloket Ondergrondmodellen (kies BRO GeoTOP, klik op het Vergrootglas rechts, geef <straatnaam, plaats> en <Enter> en klik op het bruine puntje)


Ook de term fundament wordt wel eens gebruikt voor fundering, vroeger ook fondament (grondslag). 
Het woord fundering is ontleend aan het Latijnse fundare (grondvesten), waarbij ook termen met -o- ipv. -u- worden gebruikt zoals het genoemde fondament van het Franse fonder (stichten); bron Etymologiebank.

Bij problemen met de fundering: voor funderingsherstel bestaan speciale bedrijven zoals Uretek.

Zie ook bv. heipaal, schroefpaal, (paal)funderingsvoorbeelden, een klein stukje geschiedenis van de fundering, funderingsonderzoek, funderingsherstel, stabilisatie van grond (grondverbetering).
Eng. foundation(s), footing


Uittreksel Funderingen van het boek Hogere Bouwkunde (Jellema e.a.) *)


Hoofdstuk 1. Fundering algemeen

Fundering: een constructie die de belasting van het gebouw overbrengt op de daaronder gelegen draagkrachtige grondlagen en wel zó, dat geen grotere zakkingen of zettingsverschillen optreden dan voor het bouwwerk toelaatbaar zijn.

Je hebt verschillende soorten zettingen met betrekking tot het gebouw
1. het gebouw kan in zijn geheel zakken
2. het gebouw kan scheef zakken
3. bepaalde onderdelen kunnen meer zakken dan andere

In de belastingafdracht op de fundering kun je de volgende typen onderscheiden
1. lijnlasten (gestapelde bouw)
2. plaatselijk hoge belastingen (liftschachten, kernen, schoorstenen, machines)
3. puntlasten (skelet- en spantbouw)

Ook de vorm van een gebouw heeft grote invloed op het funderingsontwerp.
1. bij een homogene bouwmassa zal er sprake zijn van een zich steeds repeterend funderingsysteem
2. bij een heterogene bouwmassa veroorzaken liftputten, hoof/laag, gedeeltelijke onderkelderingen een verstoring in het funderingspatroon.

Het draagvermogen van een fundering wordt bepaald door:
1. de plaatselijke samenstelling van de grond.
2. de diepte van de draagkrachtige lagen en de dikte daarvan.
3. de grondwaterstand

Grondonderzoek onderscheiden we in
1. veldonderzoek
2. laboratoriumonderzoek

Er worden drie typen funderingen onderscheiden:
1. Fundering op staal (ondiep aangelegde fundering)
2. Fundering op palen (diep aangelegde fundering)
3. Tussenvormen, dus op putten of op grondverbetering

Om tot een optimale funderingskeuze te komen, zal een analyse van uit het gebouwontwerp voorafgaan aan het funderingsontwerp. De volgende punten dienen te worden beschouwd:
1. De bereikbaarheid van het bouwterrein
2. De beschikbare werkruimte op een bouwterrein
3. Obstakels in de bodem
4. De beschikbare bouwtijd


Hoofdstuk 2 De ondergrond

Bodemonderzoek: onderzoek naar de geschiktheid van een ondergrond als fundering
Een grondonderzoek kun je globaal indelen in een veldonderzoek en laboratoriumonderzoek.
Zie bodemonderzoek.

Veldonderzoek: het peilen van de plaats van de grondwaterspiegel en het vast stellen van de diepte van de draagkrachtige laag.

Laboratoriumonderzoek: het bepalen van de sterkte en de stijfheid van de grond aan de hand van zogenaamde ongeroerde grondmonsters


Hoofdstuk 3 Fundering op staal

Er wordt vaker voor een fundering op palen gekozen, omdat er een grote onbekendheid met de eigenschappen van een grondsoort is.

Bij een fundering op staal moet gelet worden op:

1. aanlegniveau:

    - vorstvrije aanleg, ivm. mogelijkheid van opvriezen
    - bovenbelasting, dieper aanlegniveau beïnvloedt de sterkte van de fundering
    - economische afweging, een aanlegniveau van dieper dan 1,5m zal veelal oneconomisch zijn.

2. belendingen:

    - door weggraven van grond tbv. nieuwe fundering kan belendende 

        fundering op staal bezwijken
    - gronddruk onder een nieuwe fundering kan door belastingspreiding 
        de gronddruk onder de belendende fundering
        verhogen, waardoor ongelijkmatige zetting ontstaat.

3. grondwaterstand:

    - verlaging van grondwaterspiegel verhoogt korrelspanning, hierdoor treden zettingen op.

Fundering op staal van metselwerk:
- raakt uit de tijd
- alleen toegepast bij kleine gebouwen
- men hoeft niet te wachten op verharden van betonstroken
- steeds meer belasting wordt opgevangen door steeds meer trapsgewijs gemetselde voeten.

De breedte van de fundering op staal van metselwerk is afhankelijk van de te  dragen muur:
Halfsteens muur      320 mm
Steens muur            540 mm
Anderhalfsteens      760 mm
Spouwmuur            650 mm

Fundering op staal van stampbeton:
- geen trapsgewijze verzwaringen, maar een schuin beloop
- bovenkant is een paar centimeter breder dan de muur, ivm speling

Fundering op staal van gewapend beton:
- bij grote benodigde aanlegbreedte.
- zijn er belangrijke verschillen in belasting in 1 bouwwerk, dan kan hier gemakkelijk rekening mee gehouden worden
- een verstijvingrib is nodig, voor te grote variaties.

Doorgaande gewapend-betonplaat:
- geen kruipruimte nodig.
- muren bovenbouw staan zo dicht op elkaar dat er geen ruimte tussen stroken overblijft
- grillige plaatsing van muren, dat benodigde ontgravingen niet uitvoerbaar zijn.

Fundering op poeren:
Wordt gebruikt als in de bouw geen lijnlast, maar een puntlast vanuit de bovenbouw komt. Hiervoor kun je gebruik maken van poeren van metselwerk, stampbeton of van gewapend beton. Onder de muren komen gewapend-betonbalken, die belasting via gemetselde of betonnen pijlers naar de vaste grond afvoeren.

Fundering op putten:
Bedoeling vaste punten te verkrijgen door het ingraven van putten tot aan of in de draagkrachtige laag. Afstand tussen putten wordt overbrugt door betonbalken, daarop de bovenbouw.

Aspecten bij een fundering op putten:
- maken van een bouwput is niet nodig
- graafwerk wordt vaak beperkt tot de inhoud van de put
- als het aantal putten te groot wordt, of als de aanlegdiepte te diep is, dan is een paalfundering op korte palen te prefereren boven een puttenfundering
- fundering op putten heeft geen verdichting van de grond ten gevolge.

Fundering op grondvervanging:
Methode met zandkoffer:
- slechte grond weggegraven
- zandstorting aanbrengen
- als vaste grondslag vrij diep ligt, zouden tussen sleuven maar kleine onafgegraven gedeelten overblijven.

Fundering op grondverbetering:
Door diepteverdichting:
- zand aan oppervlak en ook het diepliggende zand verdicht, dmv. een trilmachine
- voor bouwwerken op staal en voor paalfunderingen
Door injectie:
- holle ruimtes tussen korrels opvullen met een kleestof.

Met cement:
- verschillende toestellen
- ipv mengsel van cement en water moet voor grindgrond een mengsel van cement, water en zand worden ingeperst

Met chemische stoffen:
- er wordt gebruik gemaakt van zuren en zoutoplossingen.
- bestand tegen schadelijke bodemzuren

Hoofdstuk 4 Fundering op palen

Toepassing bij optrekken van een bouwwerk, waarbij de vaste grondslag heel diep ligt.
Na het plaatsen van palen, als dragend element, moet daarover een stijve vloer worden aangebracht, om verder op te kunnen bouwen. De verbinding tussen paal en vloer noemen we paalstekken.

Je hebt palen van verschillende materialen, die ingedeeld worden naar criteria en op verschillende manieren in de grond gebracht kunnen worden.
Soorten:
- houten
- vooraf gemaakte betonpalen
- in de grond gevormde betonpalen

Criteria:
- wel/niet grondverdringend
- wel/niet trillingsarm
- wel/niet geluidarm
- benodigde werkhoogte

Aanbrengen van de paalfundering:
- heien
- drukken
- trillen
- schroefboren, boren

Het draagvermogen kan op twee manieren worden verkregen:
- wanneer de paalpunt de vaste laag niet bereikt; de palen staan dan op kleef
- wanneer de paal de vaste laag wel bereikt; de palen staan dan op stuit

Houten palen met betonopzetter:
- lichte bouwwerken (paalbelasting 80-120kN)
- snelle levertijd
- gebruik, lichte heimachine

Bij een lage grondwaterstand moet een belangrijke ontgraving worden uitgevoerd. Een opzetstuk in de vorm van een korte gewapende betonpaal is dan voordeliger.

Geprefabriceerde betonpalen:
- meest gebruikt
- paalwapening bestaat uit voorspanstaal, maar ook zachtstaal wordt toegepast wapening dient voor:

    o het opnemen van buigende momenten
    o het opnemen van trekkrachten
    o weerstand tegen loodrecht op de paal gerichte gronddrukken
        de schachtafmeting van een gladde betonpaal wordt o.a bepaald door:
    o draagvermogen van de ondergrond
    o toelaatbare drukspanning in de schacht
    o paallengte

In de grond gevormde betonpalen:
- gat in de bodem wordt van wapening voorzien en volgestort met beton.
- voor elke paal kan de onderkant tijdens de uitvoering in het werk 
    worden bepaald, daar waar ter plaatse voldoende stuit wordt bereikt

Nadeel kan zijn:
- opbouw van de paal is tijden het proces niet controleerbaar

Je hebt 2 soorten van deze palen:
1. Vibro paal:
    Paal wordt gemaakt in een dikwandige stalen buis, die later weer wordt opgetrokken:
    - eerst wordt de mantel in de grond gebracht
    - vervolgens de wapening aangebracht en het beton gestort
    - als laatste wordt de buis teruggetrokken
    Deze palen hebben een gegolfd oppervlak en sluiten goed aan op 
    de omringende grond, dus geschikt voor het opnemen van trekkrachten
2. Betonschroefpaal:
    Trillingsvrij en geluidarme paal:
    - met een boor wordt in een bepaald grondsoort een gat geboord
    - vervolgens wordt aan het uiteinde van de boor met hoge druk mortel 

        gestort, terwijl de boor uit de grond wordt gedraaid.
    - wapening wordt aangebracht

Geheide stalen buispalen:
Er wordt gebruik gemaakt van een valblok dat, afhankelijk van de grondmechanische gegevens en werkomstandigheden in of op de paal valt. Als de buis op de juiste diepte is, wordt deze voorzien van beton en gevuld met een kop-wapening

Geschroefde stalen buispalen:
De stalen boorbuis fungeert als blijvende paalmantel. De boorbuis kan worden verlengd door het oplassen van nieuwe paalsegmenten. Paalbelastingen tot 2000kN zijn mogelijk

Injectiepalen:
Een paal die omhuld is en gevuld met verharde cementgrout. Deze heeft een hoge inbrengsnelheid. Je hebt verschillende soorten injectiepalen:
- de gekoppelde injectiepaal
- de schroefinjectiepaal
- de spiraalinjectiepaal

*) Bron: Studenten samenvattingen.