boerderij
boerderij
Een
boerderij is een boerenbedrijf of een boerenwoning.
Zie:
- carréboerderij
-
dwarshuisboerderij
-
hallenhuisboerderij
-
hoekgevelboerderij
-
kasteelboerderij
-
keuterij
-
kop-hals-rompboerderij
-
krukhuisboerderij
-
langgevelboerderij
-
langhuisboerderij
-
los hoes
-
modelboerderij
-
oldambster boerderij
-
ontginningsboerderij
-
rijnlandse boerderij
-
schapenboet
-
stadsboerderij
-
stelpboerderij
-
stolpboerderij
-
T-huisboerderij
-
villa (Romeins, oorspronkelijk een
grootschalig landbouwbedrijf).
En verder wellicht, o.m. als onderdeel van een boerderij:
- aanluiving (aanbouw)
- achterhuis
-
baander
(mendeuren, deeldeuren)
-
bakhuis
-
balkluik (en tasluik)
-
beerput
-
boenhok of boenstoep
-
boerderette
(woonboerderij, gebouw met uiterlijk van een boerderij)
-
boerenvlechtingen
-
brandmuur
-
cottagestijl
-
darsdeur
-
deel
-
eindkamer
-
engelenvenster
-
gebint
-
gebluste kalk
-
gepotdekselde muren
-
gevelmakelaar
-
glitten
-
herbestemming
-
hijsdak
-
hijsluik
-
hilde
-
hooihuis
-
houtwal
-
jufferkap
-
klinket
-
leugenbalk
-
luik
-
luikwervel
-
makelaar
-
mestdeur
-
ontginning
-
opkamer
-
potstal
-
putkalk
-
pv-paneel
-
raatakkers (Celtic
fields, zwervende erven)
- riet
-
rietvorst
-
rood-voor-rood
-
ruilverkaveling
-
schoenschraper
-
sliet
-
sloot
-
spiegel
-
stalraam
-
standvink
-
stiepel
-
taigh dubh
-
terp
-
uilenbord
-
uithof
-
vaart (opvaart)
-
vakwerk
-
Vlaamse schuur
-
vlechting
-
vloedschuur
-
voorhuis
-
waterzolder
-
zaadvenster
-
zomerhuis .
Oorspronkelijk was een boerderij een boerenbedrijf . De boerderij als
boerenwoning is pas rond 1800 uit de volkstaal in de schrijftaal
overgenomen. Bron Etymologiebank .
Eng. boerderij als woonhuis is farmhouse, farm building; woonhuis met
land is farm, farmstead; kapitale boerderij is capital farm, substantial
property; boerderij met landerijen is farming estate, agricultural estate;
boerderij met nevenopstallen is farmhouse with ancillary buildings/with
outbuildings